‘Bij de Hoekse en Kabeljauwse Twisten, die zo’n honderdvijftig jaar hebben geduurd, moet je enorm opletten met generaliseren. Edelen, bisschoppen en steden wisselen regelmatig van kamp in een lang aanslepende oorlog tussen de Beiers en de Bourgondiërs waarbij vooral belangen en familierelaties, sympathieën en wraakgevoelens een rol spelen. Als grote lijn kun je – achteraf – zeggen dat de Hoekse Beiers hun oude maatschappij van kastelen, ridders, heerlijkheden en privileges verdedigden, terwijl de Kabeljauwse Bourgondiërs centralisering nastreefden en de macht van plaatselijke heersers wilden inperken. Gedurende het hele conflict zijn slechts twee steden altijd Hoeks gebleven: Gouda en Schoonhoven.’
Historici Anne Doedens (op foto rechts) en Liek Mulder brachten in hun boekenreeks ‘Oorlogsdossiers’ eind 2022 het boek Hoekse en Kabeljauwse Twisten – Kraamkamer van Nederland, 1345-1492 uit, en verzorgden op maandag 21 oktober jl. een lezing over dit onderwerp in Concordia. Ze gaven aan dat het lastig was een rode lijn te vinden die alle gebeurtenissen verbond. ‘Het zijn heel veel losse verhalen uit alle delen van de Nederlanden, met veel gewelddadige conflicten en moordaanslagen, en zoek dan maar eens het verband daartussen,’ aldus Doedens. ‘Uiteindelijk zagen we dat in en door deze twisten de grondslag voor ons land was gelegd, dat een tendens tot centralisatie in deze jaren steeds meer de overhand kreeg, wat onder keizer Karel V in 1543 zou resulteren in de Zeventien Verenigde Nederlanden.’
De Twisten werden uitgevochten in decennia van majeure veranderingen zoals landverlies door overstromingen (Biesbosch), landwinst door ontginningen, enorme ravages door de Zwarte Dood (pest) en de opkomst van steden. Deze leidden ertoe dat de oude maatschappij van de adel onder druk kwam te staan. Families als de Beiers en de Bourgondiërs trouwden onderling maar vochten intern een machtsstrijd uit. Hollandse steden hadden vanwege hun handel meer belang bij een groot verenigd rijk dan bij allerlei kleine staatjes en verzetten zich ook tegen de macht van de Hanze. Bisschoppen van Utrecht en Luik kozen in hun rol als wereldlijk heerser ook partij zoals het hen uitkwam. Engelsen vochten mee vanwege hun belangen in de wolsector. Dus het hoeft geen verbazing te wekken dat het soms wat onoverzichtelijk wordt.
Doedens: ‘Gouda is de stad van Jacoba van Beieren en heeft haar tot het laatst gesteund. Niet voor niets staat haar beeld op de voorgevel van het stadhuis. Op die gevel staan sowieso veel Beierse en Bourgondische personen.’ Gouda speelde een rol vanwege haar gunstige ligging middenin het polderland en deed dat vooral aan het begin van de 15e eeuw. Nadat de Van Arkels in hun streven naar gebiedsuitbreiding veel schade aan Goudse belangen hadden toegebracht, liet Jacoba’s vader graaf Willem VI van Holland zijn tegenstander Jan van Arkel in 1417 juist in de gevangenis van Gouda gevangen zetten. Hij bleef daar tot februari 1419. De volgende keer dat de stad in de Twisten voorkomt, is als Jacoba er op 17 september 1425 als gravin van Holland wordt ingehuldigd.
‘Het had heel anders voor Jacoba kunnen gaan,’ vertelde Liek Mulder. ‘Door haar huwelijk met Jean de Touraine, die in 1415 door het overlijden van zijn oudere broer troonsopvolger van Frankrijk werd, had ze koningin van Frankrijk kunnen worden. Doordat haar man echter in 1417 overleed, liep het allemaal anders. In 1425 nam ze na haar inhuldiging meteen haar intrek in het kasteel Ter Goude omdat ze in haar conflict met haar oom Jan van Beieren en daarna Filips van Bourgondië al geruime tijd aan de verliezende hand was. In feite had ze van Holland en Zeeland alleen de driehoek Gouda – Oudewater – Schoonhoven over en werd Gouda de hoofdstad van de Hoekse beweging.’
Vanuit Gouda onderneemt zij met haar kleine legers enkele succesvolle acties, zoals het ontzet van Schoonhoven – met behulp van inundatie, dus een soort voorloper van de Hollandse Waterlinies – en twee veldslagen bij de Gouwsluis in Alphen a/d Rijn, maar moet het toch afleggen tegen de legers van Filips van Bourgondië. Deze slaat in mei 1428 het beleg rond Gouda en na een maand moet Jacoba, in de steek gelaten door haar man Humphrey van Gloucester en haar bondgenoten, de strijd opgeven. Op 3 juli 1428 sluit zij vrede met Filips, de fameuze Zoen van Delft, en is haar rol uitgespeeld. Mulder: ‘Gouda is door Filips gestraft voor haar steun aan Jacoba, maar het Museum Gouda bezit nog de miskelk die zij de stad geschonken heeft als dank voor de steun van de Goudse schutters op wie zij altijd kon rekenen.’
Lezing: Anne Doedens en Loek Mulder
Tekst verslag: Jean-Philippe van der Zwaluw
Foto’s: Rijksmuseum en Gert Jan Jansen
Wilt u een van de voorgaande lezingen nog een keer nalezen? Dat kan natuurlijk ook.