KRONIEK VAN GOUDA
1250 jaar Goudse geschiedenis in jaartallen verzameld door G. Kooijman


720
Zowel Willibrord als Bonifacius had zijn zetel in Utrecht. Zij ondernamen van daar uit missietochten, en predikten o.m. in de gebieden van Woerden, Achttienhoven en de duinstreken. Voor het eerst werd toen het evangelie in en rond Gouda verkondigd
1065
Mogelijk is reeds een keersluis aanwezig in de tegenwoordige Haven, bij de bocht naar de Gouwe.
1139
Tussen de Gouwe en het ambacht ’t Weegje alsook de ambachten Broek en Broekhuizen ligt het land van Thuul of Thuil, nu Moordrechtse Tiendeweg.
Bisschop Andreas van Utrecht schenkt het Kapittel van Oude Munster te Utrecht alle tienden met de cijns en het recht van een nieuwe ontginning aan de Gouwe. Uit dit jaar dateert de oudste overlevering van de naam Gouwe: iuxta Goldam, d.i. langs de Gouwe.

Vogelvluchtkaart van Gouda en omgeving. ca. 1525. Linksboven Haastrecht
1143
In een oorkonde bekrachtigt Herbert, bisschop van Utrecht, een schenking van grond door graaf Dirk VI en gravin Sophia, nl. een zesde deel van hun allodium (eigendom) in loco, qui dicitur Golda, d.i. in de stad die Gouda wordt genoemd.
1150
Tengevolge van de sterke bevolkingsaanwas verdwijnt betaling in natura en worden munten ingevoerd als betaalmiddel.
1178
Bisschop Godfried wordt tot de erkenning gedwongen, dat hij zich “terram quandam iuxta Goldam”, d.i. ,,zeker land langs de Gouwe”, ten onrechte heeft toegeëigend.
1179
Paus Alexander bevestigt het kapittel van Oude Munster in al zijn bezittingen, waaronder ook het bewuste land langs de Gouwe.
1243
Als getuige bij het sluiten van een overeenkomst tussen graaf Willem II en de kooplieden van Hamburg en Lübeck wordt voor het eerst de naam van een heer van der Goude genoemd: Theodoricus de Ghouda, heer Dirk van der Goude.
1248
Waarschijnlijk wordt omstreeks deze tijd in Gouda de eerste kerk gebouwd.
1249
In dit jaar is er reeds een grafelijke tol op de grens met Moordrecht gevestigd.
1272
Op 19 juli, dinsdag na St.-Margriet, verleent graaf Floris V aan Gouda stadsrechten op voorspraak van Nicolaas van Cats, voogd van de minderjarige Sophia van der Goude. Burgers van Gouda krijgen o.m. vrijstelling van tolgeld binnen de grenzen van Holland voor eigen schepen en goederen. De stad Gouda betekende nog maar weinig, het verlenen van stadsrechten was een politieke zaak. Gouda moest zich “waar” maken.
1273
Gouda krijgt voor de rechtspraak een schout (aanklager) en zeven schepenen (rechters).
1280
3 mei. Nicolaas van Cats, Zeeuws edelman en voogd van Sophia van der Goude, wordt heer van Schoonhoven.
1281
Schielands Hoge Zeedijk, een der eerste IJsseldijken, opgeworpen.
1282
Sophia van der Goude trouwt met de Zeeuwse edelman Jan van Renesse. Deze legeraanvoerder van Floris V wordt later, beschuldigd van verraad, verbannen en zijn goederen worden verbeurd verklaard.
1284
Er bestaat reeds een verbinding met een keersluis tussen de Gouwe en de Oude Rijn bij Gouwsluis. In 1508 krijgt Gouda van Rijnland vergunning de keersluis te verbouwen tot een schutsluis.

Floris V, graaf van Holland (1254-1296). Gravure van Reinier Vinkeles (1786)
1286
Graaf Floris V richt het Hoogheemraadschap van Rijnland op.
1296
Jan 1, laatste graaf uit het Hollandse Huis, volgt zijn vader Floris V op. Hij overlijdt in 1299 en wordt opgevolgd door graaf Jan II uit het Henegouwse Huis.
1298
De naam Blommendale (Bloemendaal) wordt voor het eerst vermeld, maar was reeds in 1295/96 in gebruik voor het ontginningsland langs de Gouwe.
1300
Gouda bezit reeds een sluis, de Donkere Sluis, tussen Haven en Gouwe, en een grafelijke zoetwatertol. De zoutwatertol lag bij Geervliet.
1304
Inval der Vlamingen. Jan van Renesse strijdt aan hun zijde en neemt weer bezit van Gouda. Op 16 augustus verdrinkt hij in de Lek en wordt begraven in de kerk te Beusichem. Dood van graaf Jan Il ; zijn zoon Willem III volgt hem op.
1305
Na het overlijden van Sophia van der Goude vervalt het Goudse ,,leen” aan de graaf van Holland.
1308
Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, broer van graaf Willem III, wordt heer van der Goude. Hij blijft dit tot zijn dood in 1356.
De heerlijke rechten omvatten o.m. rechtspraak, bestuur, grondbezit, belasting heffen (o.m. tienden), wetgeving, benoemingen en overheidsgezag krachtens eigen recht.
De keersluis bij de Dubbele Buurt, de Donkere Sluis, wordt omgebouwd tot een schutsluis.

Jan van Henegouwen, heer van Beaumont (1288-1356), sinds 1308 heer van Gouda en Schoonhoven
1310
Vóór dit jaar bestaat reeds de huidige St.-Joostkapel aan de Gouwe / hoek Groenendaal, thans lutherse kerk.
Van dit jaar dateert het oudste document met betrekking tot het gasthuis “Hospitael van de Goude” (Catharina-Gasthuis).
1314
Margaretha, dochter van Sophia van der Goude, trouwt met Arnoud van Stein, een Limburgs edelman. Deze gaf zijn naam aan het leen dat voortaan Land van Stein zou heten.
De ontwikkeling der stad in de 14de eeuw komt tot uiting in de vermelding van straatnamen in bepaalde oorkonden:
1314 Koestraat (Markt, westzijde),
1315 Oude Vismarkt (Lage Gouwe),
1330 Zeugstraat, Oudelle (Markt, zuidoostzijde),
1331 Regenboog (Markt, noordoostzijde ),
1333 Honskoop (Turfmarkt, noordwestzijde), Groenendaal,
1334 Wijdstraat, Kleiweg,
1335 Gouwe,
1336 Peperstraat, Achter de Kerk, Hoogstraat,
1338 Oosthaven,
1340 Keizerstraat,
1341 Westhaven,
1343 Tevekoop (Turf markt, zuidoostzijde),
1359 Winterdijk,
1364 Molenwerf,
1368 Marctveld,
1375 Vlamingstraat,
1389 Veerstal,
1395 Koster Gijzensteeg.
1321
In een oorkonde wordt de naam Leckenborgh genoemd, een grafelijke grenspost op de grens van het wereldlijke gebied van de bisschop van Utrecht. Ze heeft gestaan op een punt waar de Veenweg de Gouwe bereikt. ’t Weegje is hier een overblijfsel van. In dit gebied deden zich vaak schennutselingen voor tussen bisschoppelijke en grafelijke strijders.
1331
De polder Bloemendaal krijgt een uitwateringssluis, de Bloemendaalsche Sluis, op de Hollandsche IJssel, ongeveer op de plaats waar thans de IJssellaan eindigt.
Aanleg van de Bloemendaalsche omloopkade.
Vanaf dit jaar ontwikkeling der lakenindustrie.
1333
De naam “Die Wilnisse” komt reeds voor. Men moet hierbij denken aan een wild, moerassig gebied, vermoedelijk ontstaan na een dijkdoorbraak in 1315. Het woord leeft in Gouda nog voort in Voorwillens, Achterwillens en Middenwillens.
1335
In een “Vidimus” (wij hebben gezien) verklaart bisschop Jan van Diest te Utrecht de oorkonde over de aan Gouda verleende stadsrechten te hebben gezien.
Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, schenkt aan “Jan zijn
clerc van der Goude” een stuk grond in leen, waar nu de Keizerstraat,
vroeger Jan des clercksstraat geheten, loopt.
De Raamgracht wordt gegraven.
1338
Wouter Spierinck schepen van Gouda, ook in 1343. Naar hem is de Spieringstraat genoemd. De familie Spierinck had daar eigendommen.
Voorheen heette de straat Hofstraat of Hofsteeg, naar het kasteel Ter Goude.
1340
Omstreeks deze tijd begint men met het graven van de singelgrachten, ommuring en uitbreiding van de stad in oostelijke en westelijke richting.
De Reeuwijksche wetering (thans Breevaart) wordt gegraven voor afwatering van Reeuwijks gebied. Voltooid in 1350.
1341
Poorters van Gouda krijgen van graaf Willem IV het recht om grond te vervenen onder Waddinxveen.
1345
De Hoekse en Kabeljauwse twisten breken uit. Gouda is Hoeksgezind en staat later aan de zijde van gravin Jacoba van Beieren. Jan van Beaumont maakt van Gouda een verdedigbare stad.
1349
Gouda versterkt de wallen om een belegering te kunnen doorstaan.
1350
Jan van Beaumont geeft het Heemraadschap Bloemendaal het recht om een nieuwe watering naar de IJssel te graven, aangezien die van 1331 onbruikbaar is geworden door de aanleg van de vestingwerken van de stad. De watering van 1331 lag binnen de Fluwelensingel.
De vesten langs Kattensingel, Blekerssingel, Fluwelensingel en waarschijnlijk ook die langs de Turfsingel komen gereed. De stad behoudt nagenoeg zijn vorm tot in de 19de eeuw.
Omstreeks dit jaar, ten tijde van de eerste stadsuitbreiding, is de Nieuwehaven gegraven.
1351
De Alpher of Boskoper wetering wordt gegraven. Ze eindigt in de Hollandsche IJssel, ongeveer waar nu de Christiaan de Wetstraat ligt.
1352
Jan van Beaumont geeft toestemming accijnzen te heffen op koopwaren, ter bekostiging van wallen en grachten.
1353
Jan van Beaumont geeft Gouda gelegenheid het “recht van de wind” te kopen, zodat de stad zelf een molen kan exploiteren.
1354
Gouda verwerft tegen betaling het voorrecht, dat goederen van bastaarden na hun overlijden niet meer aan “de heer” zullen vervallen maar aan hun erfgenamen.
1356
Gouda heeft al een waag.
Dood van Jan van Henegouwen, heer van Beaumont. Onder zijn bestuur nam de Goudse bevolking toe tot 3500 zielen.
Vóór de dood van Jan van Beaumont is al met de bouw van de eerste St.-Janskerk begonnen. Sint-Jan (Johannes de Doper) was de schutspatroon van Jan van Beaumont. De kerk werd a.h.w. tegen de oude stad “geplakt”.
Jan van Chatillon, graaf van Blois, wordt heer van Gouda en Schoonhoven. Hij is een kleinzoon van Jan van Beaumont uit het huwelijk van diens dochter Johanna met Lodewijk van Chatillon.
1357
In dit jaar wordt nog melding gemaakt van het Goudse bos op de plaats van de tegenwoordige wijk Korte Akkeren en ten westen daarvan: De naam Korte Akkeren komt het eerst voor in 1375.
1358
Albrecht, hertog van Beieren, ruwaard (plaatsvervanger) van zijn krankzinnig geworden broer Willem V, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, beveelt de rivier de Gouwe te verdiepen.
Bouw van de Alphensche sluis in Schielands Hoge Zeedijk, ongeveer ter hoogte van de tegenwoordige P.C. Hooftstraat, bij het Boeren wiel.
1360
Begin van de uitbreiding van Slot Ter Goude.
1361
Bij de eerste, bijna alles verwoestende stadsbrand in mei verbrandt ook de eerste St.-Janskerk.
Na deze brand krijgt Jan van Blois een gedeelte van de stadsmuur met de grote toren rechts van de havenmond. Deze is later uitgebouwd tot het kasteel, in de volksmond “Het Hof’ genoemd. De hofkapel kan de kern van de St.-Janskerk zijn geweest. Op de Molenwerf stond de korenmolen van de heren van der Goude.
Wegens gebrek aan hout voor de opbouw wordt het Goudse bos gerooid.
In de grote ziekenzaal van het Catharina-Gasthuis bevond zich een altaar, gewijd aan Sint-Catharina.
1364
Verdere verandering en uitbreiding van Slot Ter Goude met een nieuw woongedeelte.
1365
Afbraak van de korenmolen aan de Molenwerf na afkoop van het ” recht van dwangmolen”. De molen stond waarschijnlijk bij het tegenwoordige huisnummer 30.
1366
Oudste document waarin sprake is van een Goudse school.
In wijding van de gerestaureerde St.-Janskerk.
1367
Bouw van het “nederhuis” (erf met bijgebouwen) bij het Slot Ter Goude.
Reeds vóór dit jaar werd de St.-Anthoniekapel aan de Kleiweg gesticht in de buurt van de tegenwoordige St.-Anthoniestraat.
1369
Bebouwing van de Molenwerf.
1370
24 maart. Krachtens een handvest van graaf Jan van Blois wordt in het eind van de veertiende eeuw de Goudseweg (Gouda-Stolwijk) aangelegd.
1375
Albrecht van Beieren bekrachtigt het Goudse privilege van 1272.
Tijdens zijn bewind wordt de macht der gilden beteugeld en de opkomende burgerij begunstigd.
1379
Alle uitbreidingen van het Slot Ter Goude zijn voltooid.
1381
Dood van Jan van Blois, stamvader van het geslacht Blois van Treslong.
Guy van Blois, broer van Jan van Blois, heer van Gouda.

Het Slot van Ter Goude, zoals het er na de uitbreiding mogelijk heeft uitgezien. Tekening uit 1728
1382
Er staan reeds 32 huizen aan het Marctveld.
1383
De Gouwe tussen Nieuwehaven en Regentesseplantsoen heet Gerecht of Galgeveld. Hier worden de in de stad terechtgestelden tentoongesteld tot de lichamen zijn verteerd of “geconsumeerd”.
1384
De heer van der Goude koopt een gedeelte van een huis en erf aan het Marctveld om er de Waag in te vestigen.
1386
Machteld Cosijns verzamelt in een huis aan de Spieringstraat een aantal meisjes, het eerste begin van het St.-Margarethaklooster.
1389
Een oorkonde uit dit jaar voorzien van het eerste stadszegel, stadswapen met twee sterren, bevindt zich in het archief van de St.Janskerk. Reeds in 1418 wordt ook een zegel met zes sterren gebruikt. Na 1615 gebruikt men steeds het zegel met zes sterren.
Aan de Veerstal is een veer naar: de Gouderakse dijk.
Willem V overlijdt en wordt opgevolgd door zijn broer Albrecht.
1390
Uit dit jaar dateert het eerste ” Verhuurboek” der stad, dat veel gegevens over de stadsaanleg bevat.
1391
In de Groenendaal wordt het Heilige-Geesthuis voor de armenzorg gesticht.
1392
Er wordt een schooltje gehouden in een woonhuis achter de St.Janskerk.
1394
Melaatsen (leprozen) worden tot omstreeks 1574 verpleegd in een “leprooshuis” aan de Kromme Gouwe (Wachtelstraat). In 1940 zijn bij de verbouwing van kaashandel “De Producent” oude funderingen en ook skeletten gevonden.
Rond dit jaar heet Achter de kerk nog “Kerkroester”, naar de aanwezigheid van ijzeren roosters, die moesten dienen om loslopende honden, varkens en ander vee buiten de kerk en het kerkhof te houden. Tevens vormden ze de grens tussen wereldlijk en kerkelijk gezag.
1395
Guy van Blois verkoopt aan Gouda voor 300 “oude Vranken” (f 330,- ) het Marctveld voor de bouw van een stadhuis, onder voorwaarde dat het geheel vrijstaand zal blijven en dat er een “wanthuys” (lakenhal) aan zal worden verbonden. Er komt ook een vleeshal.
De Cellebroeders betrekken een huis aan de Rosendael. Bisschop David van Bourgondië maakt hiervan in 1464 een klooster.
1397
Dood van Guy van Blois. Hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, volgt hem op als heer van Gouda. De stad, de vijfde in belangrijkheid der Hollandse steden, komt hiermee voorgoed aan de graaf van Holland.
Doorbraak van de Hollandsche lJssel (ter hoogte van de Mallegatsluis).
1398
Willem VI werft manschappen voor zijn herovering van Friesland.
Gouda levert hiervoor 40 schepen en 400 manschappen, terwijl steden als Amsterdam, Rotterdam en Alkmaar gezien het aantal inwoners met minder kunnen volstaan.
1400
Omstreeks dit jaar ontstaat de buurtschap Stolwijkersluis.
De kapel in Bloemendaal verdwijnt. Hier, op het “Oude Kerkhof” zijn de eerste Gouwenaars begraven.
Gouda telt nu meer dan 5000 inwoners.
1401
22 juni. Jacoba van Beieren, dochter van Willem VI van Beieren en Margaretha van Bourgondië, kleindochter van Albrecht, te Le Quesnoy in Henegouwen geboren .

Jacoba, hertogin van Beieren, gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen (1401-1436)
1402
Volgens het “Eerste Verhuerboeck” bestaat reeds de Agnietenkapel.
1402
28 mei. Het stadsbestuur verplicht de gilden op de H. Sacramentsdag in de processie mee te lopen.
De meeste gilden zijn in de 14de eeuw gesticht. Het Nood-Godsgilde had een kapel bij de Korte Noodgodsstraat aan de Westhaven.
Albrecht van Beieren overlijdt en wordt als graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland opgevolgd door zijn zoon Willem VI.
1405
Gouda heeft waarschijnlijk reeds een nachtwacht van twee man.
1406
Jacoba van Beieren, vijf jaar oud, wordt met trouwbeloften verbonden aan Jan van Touraine, zoon van Karel VI van Frankrijk.
1407
Vanaf dit jaar worden twee tot drie paardenmarkten per jaar gehouden.
1408
De St.-Jobskapel aan de Lazaruskade / St.-Jobstraat bestaat al, vermoedelijk behorend bij het zgn. Lazarushuis voor de melaatsenverpleging.
1409
Willem VI, graaf van Holland, beleent de bastaard Jan van Blois met het veer over de IJssel (Veerstal), dat vanouds de heer van der Goude toebehoorde.
1410
De tweede St.-Janskerk in gebruik genomen, een zgn. driehallenkerk.
1413
Willem VI van Beieren, graaf van Holland, gelast Gouda te gedogen dat op kosten van Rijnland, Amsterdam en Haarlem een sluis in de Gouwe wordt gebouwd. (Deze sluis is waarschijnlijk nooit gebouwd.)
Het gerecht van der Goude maakt in overleg met Rijnland verdere bepalingen inzake het verdiepen en schoonhouden van Gouwe en Haven alsook voor de waterinlaat van de stad. Hetzelfde gebeurt in 1417 en 1437.
1414
13 juli. Willem VI van Beieren maakt een eind aan het verpachten van bestuursfuncties. Het stadsbestuur berustte toen bij twee burgemeesters en zeven schepenen.
Vanaf dit jaar mogen alleen melaatsen die door de “huusmeyster van de Lazarus” worden aangewezen met de lazarusklep rondgaan en bedelen.
In een keur wordt melding gemaakt van een “vreemde vismarkt” aan de Hoge Gouwe, de markt voor visverkopers van buiten, tegenover de eigen vismarkt aan de Lage Gouwe.
1416
28 november. Pieter Claesz. wordt voor de vleeshal in de Keizerstraat onthoofd, omdat hij zonder toestemming van de stadsregering teruggekeerd is tijdens zijn verbanning.
1417
4 april. Dood van Jan van Touraine. Jacoba van Beieren is op 16-jarige leeftijd reeds weduwe.
Willem VI, die zich in zijn laatste levensjaren zeer had ingespannen om zijn landen te kunnen nalaten aan zijn enig kind, Jacoba van Beieren, overlijdt op 31 mei te Bouchain. Jacoba wordt in Henegouwen als gravin erkend, in Holland en Zeeland krijgt zij evenwel te kampen met de “Kabeljauwen” en de stad Dordrecht
1418
Het klooster der Minderbroeders gesticht, het eerste mannenklooster in Gouda.
Jacoba van Beieren trouwt met de 13-jarige Jan IV van Brabant.
1419
Stichting van het klooster Emmaus van de Augustijner koorheren in het land van Stein. Later zal Erasmus hier zijn priesteropleiding krijgen.
1420
Jacoba van Beieren gescheiden van Jan van Brabant, teleurgesteld door zijn gebrek aan verantwoordelijkheid.
1422
Huwelijk van Jacoba van Beieren met hertog Humphrey van Gloucester, welk huwelijk in 1428 onwettig wordt verklaard.
1425
De Kabeljauwen erkennen de voormalige echtgenoot van Jacoba van Beieren, Jan IV, als vorst over Holland en Zeeland. Deze weigert echter. Zij benoemen nu Filips de Goede van Bourgondië als ruwaard (plaatsvervanger).
Na de val van Bergen in Henegouwen wordt Jacoba van Beieren door haar neef Filips van Bourgondië op ‘s-Gravensteen te Gent gevangen gezet.
Op 31 augustus vlucht zij uit Gent naar haar kasteel in Schoonhoven, o.a. geholpen door Hoeken (die tegen Bourgondië waren) uit Gouda en Schoonhoven. Deze steden en Oudewater erkennen Jacoba als gravin en steunen haar in de strijd tegen Filips.
21 oktober. Jacob van Gaasbeek, stadhouder van Filips de Goede, wordt met zijn leger schutters van Leiden, Haarlem en Amsterdam en Bourgondische officieren bij Alphen aan den Rijn verslagen door een leger onder persoonlijke leiding van Jacoba van Beieren. Deze overwinning wordt te Gouda gevierd met een Te Deum in de St.-Janskerk en een feest op het Slot Ter Goude.
1426
Als dank voor de militaire steun van de Goudse schutterij schenkt Jacoba van Beieren aan Gouda een beroemd geworden miskelk, waarop het Goudse stadswapen met zes sterren voorkomt. Deze kelk bevindt zich thans in het Stedelijk Museum “Het CatharinaGasthuis”.

Door gravin Jacoba aan de Goudse schutters voor hun altaar geschonken miskelk. Foto Bob de Wit, Gouda
1428
De Goudse schutterij telt 80 leden.
3 juli. Vredesverdrag van Jacoba van Beieren en graaf Filips de Goede, de zgn. ,,Zoen van Delft”, Jacoba behoudt haar titel en een deel van haar inkomsten, maar erkent Filips als ruwaard en erfgenaam. Tevens wordt overeengekomen, dat ze niet mag trouwen zonder toestemming van de graaf.
1432
Jacoba van Beieren trouwt in het geheim met de Zeeuwse edelman Frank van Borselen zonder toestemming van Filips de Goede.
Hertrouwen was haar ook door de paus verboden, omdat haar huwelijk met Jan IV nog geldig werd geacht.
1436
Door de stad Haarlem wordt op kosten van Haarlem, Leiden, Amsterdam, Gouda, Alkmaar, Hoorn, Medemblik en Edam de sluis aan het Amsterdamsche Veer in de Gouwe binnen Gouda gebouwd. Deze Amsterdamsche sluis nabij de Turfmarkt wordt later het vertrekpunt van de trekschuit Amsterdam-Rotterdam.
9 oktober. Jacoba van Beieren overlijdt aan (vermoedelijk) tuberculose op het slot Teilingen, waar zij de laatste twee jaar woonde.
Haar beeltenis staat in een nis van de stadhuisgevel.
1437
Oprichting van de rederijkerskamer “De Goudsbloem” met als zinspreuk: ,,Uyt Jonste Begrepen” (Uit vriendschap opgericht, bijeen.)
1438
25 augustus. St.-Lodewijksdag. Een hevige brand vernietigt bijna de gehele stad. Slechts vijf huizen blijven gespaard. Ook de St.Janskerk gaat in vlammen op.
Filips de Goede helpt Gouda na de stadsbrand financieel en met ontheffing van beden en lasten.
1439
16 april. Filips de Goede stuurt rondzendbrieven aan autoriteiten in Holland, Zeeland, Brabant, Vlaanderen, Friesland en diverse steden daarbuiten om hulp te vragen voor de herbouw van de St.Janskerk. en andere godshuizen te Gouda.
Er wordt een begin gemaakt met de bouw van de Grote of St. Janskerk door meester Mertijn van ‘s-Hertogenbosch.
Mr. Dirc als stadschirurgijn benoemd; hij krijgt een kan wijn als kerstgratificatie.
1443
31 mei. Inwijding van de derde St.-Janskerk (een drie-hallenkerk met zijbeuken) en het hoofdaltaar door Johannes van Cork, vicaris van bisschop Rudolf van Utrecht.
1444
Tussen de Dijkspoort en de Vlamingspoort wordt de aarden wal vervangen door een stenen muur, gesteund door stenen bogen. Vandaar de straatnaam Bogen.
Gouda heeft nu twee stadschirurgijns.
Er worden sleuven in het Marctveld gegraven voor drainering van de grond waarop het stadhuis zal worden gebouwd.
1445
De grond voor de bouw van het stadhuis wordt bouwrijp gemaakt.
Omstreeks dit jaar wordt Gerard Leeu, een der eerste Nederlandse boekdrukkers, te Gouda geboren.
1446
Uit de kroniek van het Fraterhuis (Minderbroeders) blijkt, dat deze monniken in grote armoede leefden en in hun onderhoud voorzagen door “loonschrijven”. Er waren daartoe vijf schrijfstoelen met toebehoren in het klooster.
1448
Aanvang van de bouw van het stadhuis op het in 1365 van de graaf van Blois gekochte Marctveld.
1452
Tot de oudste voor onderzoek in aanmerking komende bronnen in het Goudse archief behoren de transportregisters van onroerende goederen, de zgn. ,,Eygenboucken”, die vanaf dit jaar bewaard zijn gebleven.
1455
Stichting van het Sinte Maria Magdalena Cloester (klooster) op de plaats van het latere Pesthuis (het “kazernegebouw”).
Het ledental van de Goudse schutterij is gestegen tot honderd.
Hertog Filips van Bourgondië laat jaarlijks honderd reigers overhandigen aan de Goudse schutterij als gift/beloning voor haar steun.
1457
De visserijrechten op de IJssel gaan van Haastrecht over op Gouda.
1458
Claes Goessens schildert een paneel met “Het Laatste Oordeel”, bestemd voor de vierschaar van het stadhuis.
Er wordt een derde stadschirurgijn aangesteld.
1459
De geveltoren van het stadhuis komt gereed, waarmee het gebouw voltooid is.
1462
Bij het Collatiehuis aan de Jeruzalemstraat staat reeds de St.-Pauluskapel. Afgebroken in 1943.
1464
Bisschop David van Bourgondië maakt van het Cellebroedershuis in de Rozendaal een klooster. Later verhuizen de Cellebroeders naar de Groeneweg.
1467
Filips de Goede overlijdt en wordt opgevolgd door zijn zoon Karel de Stoute.
1468
In Gouda wordt aan wijnbouw gedaan in “wijngaerden buten an die muer”.
1471
De stad krijgt het recht de Haastrechtse brug te verplaatsen naar Gouda tegenover Stolwijkersluis.
1474
27 augustus. De bisschop van Utrecht geeft toestemming bij het Catharina-Gasthuis een eigen kapel te bouwen.
1475
Per hoofd van de bevolking wordt per jaar ongeveer 250 liter bier geconsumeerd.
1477
Een privilege van Maria van Bourgondië, kleindochter van Filips de Goede, brengt het aantal burgemeesters van twee op vier.
Het hoogste bestuurscollege der stad mag bestaan uit vier burgemeesters en zeven schepenen. Zij worden door de graaf of diens stadhouder jaarlijks gekozen uit een door de vroedschap ingediende voordracht van tweeëntwintig van de “aller rijkste, notabelste, eerbaarste, rekkelijkste (rechtschapenste) en vredelijkste mannen”.
24 mei. Eerste in Gouda door Gerard Leeu gedrukt boek met als titel: ,,Alle die Epistelen ende ewangelien vanden gheheelen iaere vander tijt en vanden heylighen”. Van 1477 tot 1484 drukt hij in Gouda ongeveer zestig boeken.
1480
Gouda telt 350 bierbrouwerijen.
1481
Stichting van het Sint-Elisabethgasthuis aan de Kleiweg, het zgn. Oudevrouwenhuis.

Bladzijden uit “Dialogus creaturarium”, in 1481 in Qouda gedrukt door Gerard Leeu (1445-1493), een der eerste drukkers van incunabelen in de noordelijke Nederlanden. – Foto Bob de Wit.
1484
Gerard Leeu, Gouds drukker, verlaat Gouda en vestigt zich te Antwerpen.
1485
Aanzienlijke vergroting van het koor der St.-Janskerk. Gereed in 1510.
1487
Desiderius Erasmus treedt in in het Augustijner-klooster te Stein bij Gouda.
De St.-Janskerk bouwt een eigen librije.
1488
Erasmus legt de kloostergelofte af.
Artikel 207 van de stadskeur bepaalt dat goederen boven tien pond op de “Waag” moeten worden gewogen.
De Goudse Librije is gevestigd in een aanbouw van de St.-Janskerk tegenover de kosterswoning en blijft daar tot 1893.
1490
Uit dit jaar dateert de oudste transportakte van het “Admiraalshuis” (Turfmarkt 142). Het huis dankt zijn naam aan de viceadmiraals Johaen den Haen en Roemer Vlacq, die het resp. in de 17de en de l 8de eeuw bewoonden.
Stichting van de “Onse Lieve Vrouwe vanden Roesenkranskapel”.
Hiervan staat nog de toren op de hoek Nieuwehaven/ Vrouwesteeg.
1492
Herman Lethmaet te Gouda geboren. Hij werd een bekend theoloog.
Overleden 6 december 1555 te Utrecht.

Desiderius Erasmus (1469-1536) ontving zijn eerste onderwijs in Gouda, werd in 1492 tot priester gewijd, maar in 1517 van zijn kloostergelofte ontslagen. – Gravure van Cornelis Visscher naar Hans Holbein de Jonge.
1493
Erasmus verlaat het klooster Stein en wordt secretaris van de bisschop van Kamerijk.
1496
Uit dit jaar dateert een “ghetidenboeck” met 3 2 houtsneden, gedrukt door de Collatiebroeders (aanwezig in de Goudse Librije).
Stichting van de Jeruzalemkapel door Ghysbert Willemsz. Raet, vicaris van het St.-Andriesaltaar in de St.-Janskerk, na zijn bezoek aan Jeruzalem. De kapel is geheel uit eigen middelen bekostigd.
1498
Het zgn. ,,Steenhouwers-Gildehuis” (Naaierstraat 6) in zijn huidige vorm dateert van dit jaar.