Koenraad I

Print Friendly, PDF & Email

Door Bert Bohnen,17 november 2012

Koenraad I was het enige wettig gedeponeerde sigarenmerk van de Goudse sigarenfabrikant Andreas Slootjes. Adrianus Andreas Slootjes was sigarenfabrikant van ca. 1924 tot en met de Tweede Wereldoorlog. Hij oefende zijn bedrijf uit in diverse panden in Gouda. Het bedrijfje kende zijn grootste bloei eind twintiger jaren van de vorige eeuw.

Het begin

Adrianus Andreas Slootjes, geboren in 1895 in Gouda, trouwde op 10 oktober 1923 in Gouda met Johanna (Anna) Groenveld, geboren in 1899 in Gouda en overleden op 27 april 1939 in Gouda. Hij wordt in 1924 voor het eerst vermeld als sigarenfabrikant in de lijst met tabaksvergunninghouders van 1924. Daarin wordt als adres vermeld Kuiperstraat 35 in Gouda. Dat het adres van zijn ouders. Andreas was toen reeds getrouwd en het jonge stel woonde kennelijk bij zijn ouders in. Vanuit de Keizerstraat gezien, richting Kuiperstraat, ziet men een poortje en aan het eind van dat poortje stond links het pand waar zijn ouders woonden. Zijn ouders hadden in de Kuiperstraat een soort kroeg of koffiehuis.

Zijn bedrijf oefende Andreas uit in de Wachtelstraat 281).

Het rechter pand, links van de lantaarnpaal is Wachtelstraat 28. Daar oefende Andreas Slootjes zijn bedrijf uit vanaf 1924 tot ca. 1928. Foto Bert Bohnen

De ingang naar het huis van de ouders van Andreas Slootjes was aan het eind in het gangetje door dit poortje in de Kuiperstraat en dan aan de linker kant. Foto Bert Bohnen

Andreas Slootjes, zijn vrouw Anna en hun zoontje hebben niet lang bij de ouders van Andreas ingewoond, want nog in 1924 verhuisde het jonge gezin naar de Raam 3162). Een jaar later vroeg en kreeg Andreas een vergunning bij de gemeente om een sigarendrogerij op te richten op de Vest, hoek Vlamingstraat 78 3). Blijk-baar voldeed het pand op de Vest, hoek Vlamingstraat 78 niet aan de eisen die Andreas aan zijn werkplek stelde, want in 1928 oefende hij zijn bedrijf uit in het pand waar het gezin woonde op de Raam 3164).

In 1924 was Andreas Slootjes verhuisd naar de Raam 316, het linker deel van dit pand. Foto Bert Bohnen

Succes

Op 5 december 1931 werd op naam van Adrianus Andreas Slootjes het sigarenmerk “Koenraad I” als wettig gedeponeerd merk geregistreerd door het Octrooibureau. Met dit merk, waarschijnlijk voor de bolknakken die hij maakte, had Andreas tot en met de Tweede Wereldoorlog blijkbaar veel succes.

Links het wettig gedeponeerde merk Koenraad I,

Dat op 5 december 1931, onder depotnummer 62 388 door het Octrooibureau werd geregistreerd.

Bron Stichting Nederlandse Tabakshistorie

Zijn kinderen herinnerden zich dat zij het aan het eind van de twintiger jaren redelijk goed hadden. Ieder voorjaar kregen de kinderen nieuwe kleding en die werd gekocht bij Baalman, een zaak die toen de betere en dus ook duurdere kleding verkocht. Kennelijk gingen de zaken voor de wind, ondanks de crisis van de dertiger jaren, toen menig sigarenfabrikant de handdoek in de ring gooide en veel sigarenmakers werkloos raakten.

Een reclameasbak van de sigarenfabriek van A.A. Slootjes voor zijn sigarenmerk “Koen-raad I”. Collectie familie Slootjes; Foto Bert Bohnen

Door de uitbreiding van het gezin – Andreas en Anna kregen acht kinderen – was Andreas genoodzaakt om voor zijn bedrijf een ander pand te zoeken. In 1932 voerde Andreas zijn bedrijf uit in de Geuzenstraat 375).
Een jaar voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog overleed zijn vrouw Anna en bleef Andreas met acht kinderen achter. Het gezin was toen inmiddels verhuisd naar de Graaf van Bloisstraat 90.

Toen in 1941 alle sigarenfabrikanten zich moesten melden bij de Vakgroep Sigarenindustrie van het Rijksbureau voor Tabak en Tabaksproducten6) stuurde ook Andreas zijn formulier op om in aanmerking te kunnen komen voor de levering van een bepaalde hoeveelheid tabak. In dat formulier vermeldde Andreas dat hij nog steeds het sigarenmerk “Koenraad I” voerde en dat hij zijn sigaren aan winkeliers leverde. Ook vermeldde hij dat hij inmiddels een werknemer in dienst had. Vermoedelijk was dat Piet Groen. Verder bleek uit dat formulier dat hij weer was verhuisd en hij en zijn gezin in de Aaltje Bakstraat 8 woonde en daar ook zijn bedrijf uitoefende.

In 1941 was het bedrijf van Andreas gevestigd in de Aaltje Bakstraat 8. Hij had daar ook een winkeltje, waar zijn vrouw de scepter zwaaide. Foto Bert Bohnen

De vrouw met haar zoontje …. van Andreas Slootje in de winkel in de Aaltje Bakstraat 8. Foto collectie Leo SLootjes

De Tweede Wereldoorlog betekende het einde

In de loop van de Tweede Wereldoorlog nam de levering van tabak af en werd tenslotte stopgezet. Toch probeerde Andreas nog sigaren te maken met behulp van gefermenteerd papier. Dat werd door hem in “boekjes” aangeschaft. Dat gefermenteerd papier diende als omblad, waar het binnengoed in werd gerold. Daarna werd met een echt tabaksblad als dekblad de sigaar afgewerkt. Later ontdekte Andreas dat hij dat gefermenteerde papier ook kon gebruiken om sigaretten te maken. Hij liet daarvoor de boekjes met gefermenteerd papier bij een drukkerij in de Keizerstraat in vier delen snijden. Uit ieder van die vier parten kan hij dan sigaretten maken. De tabak was afkomstig van inwoners van Gouda die zelf tabak teelden, amateur-tabak. Een deel van de tabak die deze amateur tabakstelers bij hem inleverde was als tegenprestatie voor hemzelf en de sigaretten die hij daarvan maakte werden door hem verkocht of geruild tegen voedsel.
Omdat Andreas officieel geen werk meer had en van de steun moest leven, was hij gedwongen om bewakingswerkzaamheden te verrichten voor de Duitse bezetter. Men had in de leegstaande sigarenfabriek van J.A. Donker allerlei materiaal opgeslagen en Andreas kreeg tot taak om die te bewaken. Daarvoor kreeg hij een werkplek in de vroegere portiersloge van de sigarenfabriek. Het schijnt dat hij Achter de Kerk bij de bruggetjes over het grachtje nog een pandje had waar hij wat “rommelde” met tabak.

In de Tweede Wereld-oorlog beschikte Andreas Slootjes over een pandje Achter de Kerk waar hij met amateur-tabak en gefermenteerd papier nog sigaren en later ook sigaretten maakte. Foto Bert Bohnen

Inmiddels was Andreas Slootjes opnieuw getrouwd met Christine Wiezer uit de Vlamingstraat. Met haar kreeg Andreas nog een viertal kinderen, waarvan er twee een doodgeboren kindje bleken te zijn.

Alhoewel Andreas bij de aangifte van zijn tweede doodgeboren kind in 1946 nog liet vermelden dat hij sigarenmaker was, heeft Andreas na de Tweede Wereldoorlog zijn zaak niet meer op kunnen bouwen. Hij leed aan chronische bronchitis en was daardoor niet meer in staat om te werken.

Adrianus Andreas Slootjes overleed op …………

Van zijn sigarenmakersbedrijfje is geen boekhouding en administratie bewaard gebleven. Alleen gegevens ontleend aan officiële documenten en met behulp van zijn zoon Leonard (Leo) Slootjes is dit artikel tot stand kunnen komen.

Noten

  1. Lijst met tabaksvergunninghouders 1924
  2. Groenehart Archieven: Goudse adresboekjes
  3. Groenehart Archieven: 1132. Oprichten sigarendrogerij A. A. Slootjes, Gouda, Vest hoek Vlamingstraat 78, kadastraal nummer:. D 1830. Inventarisnummer: 170.
  4. Lijst met tabaksvergunninghouders 1928
  5. Lijst met tabaksvergunninghouders 1932
  6. De Vakgroep Sigarenindustrie was een onderdeel van het Centraal Bureau voor de Sigarenindustrie. Deze vakgroep werd bij beschikking van de Organisatie voor het bedrijfsleven op 24 september 1941 ingesteld en gepubliceerd in de Nederlandsche Staatscourant van 24 september 1941, No. 186.

Het secretariaat was gevestigd in de Willem de Zwijgerlaan 110 te ’s-Gravenhage.

Aanmelding tot inschrijving bij de Vakgroep Sigarenindustrie, waartoe – ingevolge de hiervoor vermelde beschikking – waren alle in Nederland gevestigde sigarenfabrieken verplicht.

Er werden door de sigarenfabrieken ca. 1900 formulieren ingevuld en opgestuurd. Deze werden in een viertal dozen opgeborgen, op volgorde van het RBTT-nummer (RBTT = Rijksbureau voor Tabak en Tabaksproducten).

Het formulier bevatte 36 vragen. Niet alle vragen werden door sigarenfabrikanten volledig ingevuld of men was daartoe niet in staat.