Lezing Jacob Blauw, voor vrijheid moet men rebelleren

Print Friendly, PDF & Email

Gedreven door het verlangen om carrière te maken in de Oost koos Jacob Blauw (1759-1829) in 1776 het ruime sop. De Goudse jongeman, pas zeventien jaar oud, was door de VOC aangesteld als advocaat in Batavia. Hij heeft er op velerlei gebied zijn voordelen behaald maar hij werd op harde wijze ook met zijn eigen tekortkomingen geconfronteerd.

Portret van Jacobus Blauw, door Jacques-Louis David (1795), National Gallery, Londen

Zijn kortstondig intermezzo in de kolonies heeft echter een stempel gedrukt op zijn gedachten over slavernij. Als een superieure kolonist vond hij de economische belangen van Nederland van groter belang dan de vrijheid van zijn tot slaaf gemaakte medemens omdat hij sterk doordrongen was van de noodzaak om als Republiek een stevige positie in Europa te hervinden. Daarom worstelde hij niet echt met het fenomeen slavernij, zoals een aantal van zijn verlichte tijdgenoten, al vertoonde hij wel een zeker humanisme en paternalisme.

De in Batavia opgedane levenslessen hebben een belangrijke rol gespeeld in zijn gedachten over vrijheid, al zouden zijn vrijheidsidealen duidelijk begrensd blijven tot zijn eigen ‘soort’. Toch is er een zekere ambivalentie te vinden in zijn houding tegenover slavernij omdat hij later één van de patriotse kopstukken zou worden die zou vechten voor vrijheid en hervorming van de kolonies. In ieder geval bewaakte hij zijn eigen vrijheid heel goed door mee te werken aan het smokkelen van een partij ruwe diamanten van Java naar Nederland, althans dat was de bedoeling. Het beeld van de Europeanen in Indië is weinig vlijend gebleken en ook Jacob Blauw vormde daarop geen uitzondering.

          Na terugkomst uit Batavia ontpopte hij zich tot een belangrijke figuur binnen de patriottenbeweging (1780-1795). De Patriotten verlangden medezeggenschap in het openbaar bestuur, gelijkheid voor de wet van alle burgers en godsdienstige tolerantie. Doelen die ze via politieke bijeenkomsten, opstanden, genootschappen en geschriften probeerden te verspreiden zoals via de Patriottische sociëteit en het literaire genootschap ‘de Goudsbloemen’.

Blauw zou diplomatieke functies gaan bekleden in Nederland, Italië en Frankrijk maar hij begon zijn bestuurlijke loopbaan in het Goudse stadsbestuur. Hij was direct betrokken bij de politieke veranderingen die zich in dit tijdvak in Europa afspeelden, niet alleen als een belangrijke getuige maar ook als medespeler, soms in een belangrijke rol en soms in een bijrol.

In deze lezing zal de nadruk gelegd worden op het beeld dat deze opstandige laat achttiende eeuwer had op de actualiteiten.

Tanja Wassenberg (1959) is historica, docente en schrijver.
Ze is vooral geïnteresseerd in het leven van één individu binnen machtige structuren die ze voornamelijk aan de hand van correspondenties analyseert. Haar boek Het Walviskind is gebaseerd op een historisch en persoonlijke verhaal binnen de naoorlogse walvisvaart. Naast diverse publicaties in wetenschappelijke tijdschriften is ze bezig met het afronden van haar promotieonderzoek naar de Nederlandse patriot Jacob Blauw. Ze studeerde Cultuurwetenschappen en heeft ruim twintig jaar ervaring in het onderwijs.