Gouda 1500 – 1600

Print Friendly, PDF & Email

KRONIEK VAN GOUDA

1250 jaar Goudse geschiedenis in jaartallen verzameld door G. Kooijman

1500 Gouda voert dit jaar ongeveer 15 miljoen liter kuitbier uit.
De stad telt ongeveer 20.000 inwoners en heeft acht vrouwen- en drie mannenkloosters/conventen.
In de vijftiende eeuw was het stadsbudget 1700 à 5000 ponden Vlaams. Aan traktementen werden hoogstens 300 ponden betaald.
1502 Het stadsbestuur krijgt van Filips de Schone, aartshertog van Oostenrijk, zoon van Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië, dochter en na 1477 erfopvolgster van Karel de Stoute, toestemming een tweede driedaagse vrije paardenmarkt te organiseren.
 1504 De schutterij “Cloveniers van St.-Sebastianus” krijgt haar doelen, een gebouw aan de Vlamingstraat met erf tot het eind van het Nonnenwater.
 1505 Omtrent dit jaar geboorte van Dirk Pietersz. Crabeth; glasschilder van 1555 tot 1571. Overleden 1574.
De Goudse Collatiebroeders krijgen de beschikking over de Jeru­zalemkapel.
 1509 Gouda bezit 141 brouwerijen: 43 aan de Westhaven, 32 aan de
Oosthaven, 23 in de Peperstraat en 43 aan de Gouwe.
 1510 Omstreeks dit jaar wordt Pieter Pourbus (Poederbus) te Gouda geboren. Kunstschilder; werken in het Stedelijk Museum “Het Catharina-Gasthuis”.
Inwijding van het koor der St.-Janskerk.
 1512 De gemeente vaardigt een ordonnantie uit over het brandemmer­geld (retributie voor het gebruik van brandemmers) i.v.m. de be­strijding van het brandgevaar.
 1514 Het St.-Jorisgilde (schutterij) krijgt een nieuwe doelen “upten tiende wech”.
 1516 Jan Jansz. van Crimpen sticht een grafkapel in de St.-Janskerk. Deze is in 1687 door Aemilius Cool hersteld en bevindt zich onder glas 11, noordzijde koor.
Ghysbert Willemsz. Raet, stichter van de Jeruzalemkapel sterft. Hij wordt in zijn kapel begraven. Een zeer fraaie steen dekt zijn graf.
 1518 Gouda telt 154 bierbrouwerijen.
De pestziekte breekt uit. Er wordt een collecte gehouden om een pesthuis in te richten.
1520 Het oude kleine houten waaggebouwtje aan de Markt wordt gesloopt om te worden vervangen door een nieuwe waag.
Omtrent dit jaar is Wouter Pfretersz. Crabeth geboren. Glasschil­der te Gouda van 1555 tot 1571. Overleden in 1589.
1523 De stadsrekening meldt dat zgn. ,,zevenstuiverslieden” door de burgemeester worden betaald voor het verraden van mensen die lutherse boeken lezen. Eenzelfde gegeven vinden we in 1536.
Gemeentelijke verordening: vóór mei moeten de hooibergen uit de oude stad verwijderd worden, d.w.z. tussen Spieringstraat, Achter de Kerk, Gouwe en Raam. In de nieuwe stad mogen ze blijven, dus b.v. aan de Groeneweg (zeker tot 1915).
1527 Het stadsbestuur geeft toestemming voor de bouw van een nieuwe doelen op grond aan de Nieuwehaven.
Gouda bezit 25 muurtorens, die aangeduid worden met een letter wegens de vaak wisselende benamingen.
1530 Stichting van het St.-Barbaraklooster aan de tegenwoordige Kuiperstraat/hoek Raam.

Dirk (r) en Wouter([) Crabeth. Naar schilderijen van Cornelis Ketel (ca. 1570). -Foto Fonds Goudse Glazen, Gouda.

 1532 Rijke van Hamburgh, een bemiddelde stadgenote, wordt wegens  afkeurend spreken over katholieke kerkelijke voorschriften ver­oordeeld tot een bedevaart per schip naar Jeruzalem, ondanks het gevaar van de Barbarijse zeerovers. Indien zij na terugkomst geen goed verhaal over haar bedevaart had, stond haar een betaling van 100.000 stenen en drie donderdagen op de “caeck” staan te wachten.
 1536 Keizer Karel V, als zoon van Filips de Schone erfopvolger in de  Nederlanden, machtigt Gouda, om mede op kosten van belang­hebbenden en polders een sluis achter het kasteel aan te leggen, de latere Hanepraaisluis.
 1542 20 april. Karel V beveelt dat in Gouda een schutterij moet worden opgericht voorzien van vuurwapens. Sterkte 300 man, ver­deeld over vier vendels.
Op een bevolkingsaantal van ca. 15.000 telt Gouda behalve de St.-Janskerk met één pastoor en drie kapelaans nog tien kloos­ters, drie termijnhuizen en 10 kapellen. (Een termijnhuis biedt huisvesting aan religieuzen die tijdelijk in de stad werkzaam zijn.)
1544 6 februari. Karel V bevestigt schriftelijk de erkenning van de be­voegdheden der Goudse chirurgijns.
1545 Karel V vergunt Gouda het leggen en onderhouden van het Moor­drechtsche Verlaat (een schutsluis).
1546 Belangrijke uitbreidingen van de Librije in de St.-Janskerk, daar onderpastoor Roelof Jansz. van Monnickendam haar zijn biblio­theek legateerde.
1547 De doodstraf wordt vaak uitgevoerd:
Lambert Vrancke, poppenmaker, verbrand omwille van zijn ge­loof; één man verbrand en één onthoofd om dezelfde reden; Aert Aertsz., reizend boekverkoper, wordt door de pastoor van Winckel (NH.) verraden, omdat hij verboden boeken, die hij in zijn mars meedraagt (o.m. ,,De Evangelische Schoenmaker”) niet aan de pastoor wil afstaan. Hij wordt te Gouda gegrepen en ont­hoofd. Zijn bezittingen gaan naar Karel V.
1548 18 maart. Cornelis Ketel te Gouda geboren. Hij wordt later zeer beroemd als glas- en kunstschilder. Overlijdt te Amsterdam in 1616.
1549 Het klooster Emmaus in het Land van Stein door brand verwoest.
1551 Dr. Boudewijn Ronsse uit Veurne in Vlaanderen komt als genees­heer naar Gouda. Met twee onderbrekingen is hij er werkzaam tot 1597. Naar hem zijn vernoemd de Ronsseweg en het Ronssehof.
De stedelijke overheid verzoekt de Heilige-Geestmeesters “die staet ofte banck van leninghe te willen accepteeren ende aanvaer­den”.
De Reguliere Kanunniken uit Stein vestigen zich na de verwoes­ting van hun klooster te Gouda in het klooster St.-Mariensterre van de St.-Brigitta-orde aan de Raam, mede uit veiligheidsoverwe­gingen wegens de ontbrande godsdienststrijd.
1552 12 januari. Tengevolge van blikseminslag in de toren brandt de St.-Janskerk af. De kerk wordt van binnen geheel vernield; het koor blijft ten dele gespaard. Het college van kerkmeesters wordt met een aantal brouwers en ex-brouwers uitgebreid en begint een inzamelingsactie met verloting. Onder leiding van Cornelisz Frederiksz. van der Goude wordt met de herbouw begonnen van een kerk met gebrandschilderde ramen en een carillonuurwerk. Op 4 september wordt de mis weer in het koor van de kerk opge­dragen. Ter gelegenheid van deze feestelijke gebeurtenis worden aan kinderen 600 koekjes uitgedeeld.
De kerk was vóór 1552 vermoedelijk reeds versierd met gebrand­schilderde ramen naar cartons van Lucas van Leiden.
Van deze tijd dateert hotel “De Zalm”, het oudste hotel van Nederland.
1554 Het koor van de St.-Janskerk is weer geheel hersteld. Wederop­bouw van kerk en toren na enkele jaren.
1555 Plaatsing van glas 15 in de St.-Janskerk: De doop van Jezus. Glazenier: Dirk Crabeth; schenker: George van Egmond, bisschop van Utrecht.
3 april. Een nieuw reglement voor het Heilige-Geesthuis (armen- ­en wezenzorg) wordt door de vroedschap bekrachtigd.
Stichting van het “Willem Vroesenhuys”. In 1953 zo genoemd naar Willem Vroesen (1478-1561), die in 1555 zijn huis met erf aan de Molen werf schonk aan de stad, om het te bestemmen tot een tehuis voor bejaarde mannen die nooit gebedeld hadden.

Het koor der St.-Janskerk na de restauratie van 1980. – Archief Hervormde Gemeente, Gouda

1556 In de St.-Janskerk worden de volgende glazen geplaatst:
glas 30: Jona [en de vis]. Glazenier: Dirk Crabeth; schenker: het Visverkopersgilde.
glas 16: Eerste prediking van Jezus. Glazenier: Dirk Crabeth; schenker: -Cornelis van Mierop, domproost van Utrecht.
glas 17: Bestraffing van Herodes door Johannes. Glazenier onbekend, misschien Lambert van Noort; schenker: Wouter van Bylaer, baljuw van de St.-Catharina Commandery te Utrecht.
glas 18: Johannes in de gevangenis. Glazenier: Dirk Crabeth;
schenkers: Gerrit Heije Gerritsz. en Frederik Ariensz, burge­meesters van Gouda met hun vrouw en dochter.
In de St.-Janskerk wordt een transept-orgel geplaatst, door Hen­drik Niehoff gebouwd voor 380 carolusguldens.
Plaatsing van de kapelramen 58-64 in de St.-Janskerk: taferelen van Christus’ lijden en opstanding. Glazenier onbekend. Voltooid in 1559.
Van deze tijd ongeveer zijn ook de apostelramen 45-57, voorstel­lende Christus en de twaalf apostelen. Schenker(s) en glazenier(s) onbekend.
Plaatsing van:
glas 7: het Koningsglas, bovengedeelte: Inwijding van de tempel door Salomo; middengedeelte: Het Laatste Avondmaal. Glaze­nier: Dirk Crabeth; schenkers: Filips II, koning van Spanje en zijn vrouw Maria Tudor, koningin van Engeland.
glas 14: Prediking door Johannes [de Doper]. Glazenier: Dirk Crabeth; schenker: Robert van Bergen, bisschop van Luik.
1559 Dirk Crabeth ontvangt voor het zgn. Koningsraam (glas 7) in het geheel f 359,- 7 stuivers en 1 blank (ca. 3/4 stuiver). De restaura­tie in 1909 kostte f 16.000,-.
In de St.-Janskerk geplaatst:
glas l 0: Aankondiging geboorte van Jezus. Het glas wordt in dit jaar door onweer beschadigd. In 1655 door de glazenier Albert Merinck vernieuwd naar een tekening van Daniël Tomberg. Schenker: Theodorus Spiering van Well, abt van het klooster te Berne bij Heusden.
glas 24: Philippus en de kamerling. Glazenier: Dirk Crabeth; schenker: graaf Philippe de Ligne, heer van Wassenaar.
Jacob van Deventer maakt op last van Filips II een plattegrond van Gouda.
1560 Het houten schavot achter het stadhuis wordt vervangen door een nieuw, gedragen door Corinthische zuilen van natuursteen.
Plaatsing van glas 13 in de St.-Janskerk: Jezus in de tempel. Glazenier: Digman Meynaert naar een tekening van Lambert van Noort (beiden Antwerpenaren); schenker: Petrus van Suyren, abt van het klooster Mariënwaard in de Betuwe.
De verkoop naar Vlaanderen, vooral van bier, valt terug met 90%.
1561 In de St.-Janskerk worden geplaatst:
glas 5: De koningin van Scheba bezoekt Salomo. Glazenier: Wouter Crabeth; schenkster: Elburg van den Boetzelaer, abdis van het klooster te Rijnsburg.
glas 9.: Aankondiging geboorte van Johannes [de Doper]. Glaze­nier: Digman Meynaert naar een tekening van Lambert van Noort, beiden te Antwerpen; schenker: Dirck Cornelisz. van Hensbeek, burgemeester van. Gouda.
1562 De St.-Janskerk wordt verrijkt met twee glazen.
glas 11: Geboorte van Johannes [de Doper]. Glazeriiërs:Diginan Meynaert en Hans Scrivers naar een tekening van Lambert van Noort, allen te Antwerpen; schenker: legaat van Herman Leth­maet, deken van St.-Marie te Utrecht.
glas 23: bovengedeelte: De offerande van Elia; middengedeelte: De voetwassing van Petrus. Glazenier: Wouter Crabeth; schenk­ster: Margaretha van Parma, halfzuster van koning Filips Il.
Wouter Crabeth maakt een schetsontwerp voor de “voet” van glas 22; voorstellende de tempelreiniging.
1563 Dr. Boudewijn Ronsse betrekt een huis met stoep aan de Gouwe tegenover de St.-Joostkapel. Thans Hoge Gouwe nr. 97.
1564 In de St.-Janskerk geplaatst glas 12: Geboorte van Jezus. Glaze­nier: Wouter Crabeth; schenkers: de kanunniken van Oude Mun­ster te Utrecht.
1565 Filips Il geeft Gouda vergunning om langs de Gouwekade een rij­weg naar Amsterdam te maken. Dit werk is nooit uitgevoerd.
Cornelis de Houtman, een der grondleggers van de Vereenigde Oostindische Compagnie, wordt omstreeks dit jaar in Gouda geboren.
Jodocus Bourgois wordt door Filips Il als inquisiteur van Gouda aangesteld.
Wegens het verkopen van liedjes tegen de mis wordt Willem Willemsz. veroordeeld. “Hij moet op zijn knieën en blootshoofds om vergiffenis bidden tot God en de magistraat en wordt voor twee jaar uit de stad verbannen.
1566 De Turfmarkt is te klein voor de grote turfaanvoer. Voor verkoop van turf wordt nu ook de Raam gebruikt.
Ewiet Gerritsz, chirurgijn aan de Gouwe, tracht de bekende hage­prediker Jan Arentsz. naar Gouda te krijgen, maar het Goudse publiek heeft geen belangstelling voor hagepreken.
De beeldenstorm heeft in Gouda een rustig verloop, al zijn er wel spanningen. Uit afkeer tegen het vereren van heiligenbeelden wor­den deze op tal van plaatsen vernield. De Goudse overheid neemt daarom maatregelen om die in de St.-Janskerk te beschermen: 300 zakkendragers. worden aangesteld om het “grauw” te be­dwingen en 500 schutters bewaken dag en nacht de kerk.
In de St.-Janskerk plaatsing van:
glas 8: Bestraffing van de tempelrover Heliodorus. Glazenier: Wouter Crabeth; schenker: Eric, hertog van Brunswijk en Lunen­burg, heer van Woerden.
glas 31: Bileam [en de ezelin]. Glazenier: mogelijk Dirk Crabeth; schenker: het Vlees- of Beenhouwersgilde.
1567 24 mei. Ondanks de “moderatie” van landvoogdes Margaretha van Parma wordt “In naam des Konings” het plakkaat afgekon­digd, dat predikanten en zij die hun huis ter beschikking stellen voor godsdienstoefeningen, die psalmen zingen bij begrafenissen enz. ter dood veroordeeld zullen worden.
In de St.-Janskerk geplaatst glas 22: De tempelreiniging. Glaze­nier: Dirk Crabeth; schenker: prins Willem van Oranje. Het oor­spronkelijke ondergedeelte, voorstellend de Prins en zijn gemalin. Anna van Saksen, moest op bevel van de Prins worden verwijderd wegens huwelijksmoeilijkheden. Dit deel is later in Haarlem terug gevonden. In 1657 is dit glas bijgewerkt door Daniël Tomberg.
In de Gasthuis- en de St.-Barbarakapel wordt les gegeven in lezen en schrijven aan meisjes; in het Margarethaklooster aan de Spie­ringstraat en het klooster der Collatiebroeders aan de Jeruzalem­straat aan jongens.
1570 Omstreeks dit jaar worden de straten van de markt geplaveid.
31 mei. Faes Dircxz., stoelendraaier uit de Groenendaal, om het geloof verbrand. Aan de brandstapel vastgebonden, blijkt hij dood gebleven te zijn. Ondanks de felle toespraak van de inquisi­teur vanaf de kansel van de St.-Janskerk blijkt de terechtstelling de hervormingsgezindheid te bevorderen.
Plaatsing van glas 19 in de St.-Janskerk: Onthoofding van Johan­nes [de Doper]. Glazenier: Willem Thybaut van Haarlem; schen­ker: Hendrik van Zwolle, commandeur van de Johariniterorde te Haarlem.
Alle Memorials van de Goudse Gasthuizen van dit jaar tot 1850 zijn aanwezig in het Gemeente-Archief.
1571 Maart. Inquisiteur Jodocus Bourgois op 49-jàrige leeftijd overleden.
Frederik de Houtman, broer van Cornelis, een der grondleggers van de Vereenigde Oostindische Compagnie, te Gouda geboren.
4 mei. Vijf mensen, onder wie een vrouw, wegens bezwaren tegen de kerk van Rome gevonnist, vluchten de stad uit en worden door de vierschaar levenslang verbannen. Enige tijd later worden er nog eens vijf veroordeeld tot levenslange verbanning.
In de St.-J anskerk geplaatst glas 6: Onthoofding van Holofernes. Glazenier: Dirk Crabeth; schenkers: Jean de Ligne, graaf van Aremberg en Margaretha van der Marck.

Jean de Ligne (1525-1568), graaf van Aremberg, stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, aan de Spaanse kant gesneuveld in de slag bij Heiligerlee. Hij is getooid met de versierselen van de Orde van het Gulden Vlies. – Foto Fonds Goudse Glazen.

1572 De stedelijke overheid geeft aan de weduwe van de om zijn geloof verbrande Faes Dircxz. twee woningen aan Achter de Kerk in ge­bruik, die aanvankelijk door inquisiteur Bourgois werden be­woond. Eén der huizen verhuurt ze weer.
Een vrij hevige brand verwoest de molens en veel huizen van koop- en ambachtslieden in de voorstad bij de Dijks- of Rotter­damsche Poort.
De schutterij (anti Alva) weigert zowel de tiende als de twintigste penning te innen.
Uit vrees voor de Spanjaarden wordt de Haastrechtse brug wegge­nomen. Ze is pas in 1579 weer in gebruik gesteld.
Op initiatief van Gouda komt te Dordrecht de eerste vrije Statenvergadering bijeen.
De Vlamingsbrug, de verbinding tussen de huidige Veerstraat en de Vlamingstraat (waar nu de Guldenbrug ligt), wordt afgebroken om een betere doorvaart te verlenen aan oorlogsschepen die naar Leiden moeten. Een pontveer onderhoudt de verbinding tot 1972.
21 juni. Gouda door de geuzen – 69 man sterk – bezet onder lei­ding van jonkheer Adriaan van Swieten. Hij belooft vrijheid van religie.
Bij het overgaan naar de zijde van de Prins leent Gouda f 600, ­van jonkheer Van Swieten.
De magistraat geeft de hervormden de O.L. Vrouwekapel aan de Nieuwehaven en de Gasthuiskerk aan de Oosthaven in gebruik.
10 juli. Een grote uitgelaten menigte bedreigt de St.-Janskerk en breekt er plunderend in. De kerk wordt daarop door de overheid voor alles, ook voor de eredienst, gesloten.
De O.L. Vrouwekapel wordt inwendig verwoest. Enkele soldaten van Lumey steken het St.-Margrietklooster in brand. Hieraan her­innert later de straatnaam Het Verbrande Erf. Een jaar later zijn de brandstichters met de dood gestraft.
Lumey, bevelhebber van de geuzen, plundert het klooster van de Collatiebroeders (Broeders des Gemenen Levens) aan de Jeruza­lemstraat. De abt en een der broeders worden hierbij vermoord. Diverse kloosterlingen worden door de geuzen mishandeld of ge­dood.
19 juli. De Staten van Holland besluiten dat al het goud en zilver van de kerken en kloosters moet worden geïnventariseerd en tegen ontvangstbewijs aan de stedelijke overheid moet worden afgedragen. Het bevel bereikt Gouda in augustus. De vroedschap heeft de kerkmeesters dan al opgedragen zoveel mogelijk kost­bare voorwerpen te verbergen. Waarschijnlijk is toen ook de beroemde miskelk van Jacoba van Beieren op de zolder van het stadhuis terecht gekomen, waar ze driehonderd jaar later in een kist onder papieren is teruggevonden.
Op de Spieringstraat en Westhaven, bij bierbrouwerij “Het Osse­hooft”, wordt licht geschut opgesteld ter verovering van het Slot Ter Goude. De slotpoort wordt met wilgebomen gerammeid, daar men vermoedt dat de burgemeester in het slot gevangen wordt ge­houden. Dit blijkt niet zo te zijn. Geuzen en bevolking bezetten het slot. De slotvoogd, jonker Van der Mijle, keert na een onder­houd op het stadhuis niet meer naar het slot terug. In oktober neemt Lumey er zijn intrek. Spanningen en onrust in de stad.
23 december. De Vroedschap eist ongestoorde openstelling van de St.-Janskerk. Willem van Oranje stelt voor de diensten dan op protestantse wijze te houden, d.w.z. zonder mis-lezen. De geeste­lijkheid weigert dat.
De niet-militaire uitgaven van de stad bedragen dit jaar f 19.800.
Het loon van de stadstimmerman bestaat uit de spaanders!

Het St.-Margarethaklooster (17) aan de Spieringstraat. Daarboven (25) het klooster der Collatiebroeders en de Jeruzalemkapel. – Details uit de plattegrond van Hogenberg (1585) (links). Het bolwerk bij de Potterspoort (rechts).

1573 8 februari. De calvinisten nemen met geweld de St.-Janskerk in gebruik, nadat die een half jaar gesloten is geweest. Een dag later wordt de kerk door de vroedschap weer gesloten.
Willem Claesz. Balmaeker wordt ontslagen als rector van de grote “stadsschool”, daar tengevolge van de Hervorming deze school niet langer parochieschool kan zijn.
De Heilige-Geestmeesters zien geen kans meer de armen en wezen te onderhouden en verzoeken in het bezit te worden gesteld van de kloostergoederen van de Collatiebroeders: Het verzoek wordt ingewilligd. Het Heilige-Geesthuis wordt nu verplaatst naar het voormalige klooster van de Collatiebroeders aan de Jeruzalem­straat
Pastoor Cornelis van Schoonhoven wordt door het stadsbestuur uit Gouda verbannen, omdat hij zijn godsdienstoefeningen niet op protestantse wijze wil houden.
Het Cellebroedersklooster aan de Groeneweg wordt gesloten we­gens verbod van de Staten van Holland de rooms-katholieke gods­dienst uit te oefenen. In het gebouw wordt de Latijnse school ge­vestigd. Ook de andere kloosters ontvolken tengevolge van dit verbod. De gebouwen worden voor andere doeleinden gebruikt.
Het gemeentelijk schoolgebouw aan de Markt (waar nu “Arti Legi” staat) wordt artilleriemagazijn, later boterhuis.
6 april. De stad beklaagt zich bij Willem van Oranje erover, dat de bemanning van oorlogsschepen delen van het interieur van de St.­Janskerk heeft vernield en goederen heeft meegenomen.
Alvorens de St.-Janskerk vrij te geven voor de protestantse eredienst laat de vroedschap beelden, altaarstukken, schilderijen en kostbaarheden weghalen en opslaan of elders in bewaring geven, om verguizing en bespotting te voorkomen.
Op last van Willem van Oranje wordt op 20 juli de vroedschap ontbonden. De leden worden vervangen door andere, die minder rooms-katholiek zijn. De katholieken verliezen enkele zetels, maar blijven in de meerderheid.
Er vestigen zich veel Vlamingen in Gouda als gevolg van de op­stand tegen Spanje.
Prins Willem van Oranje Iaat de IJsseldijk tussen Gouda en Capel­le op zestien plaatsen doorsteken voor de bevrijding van Leiden.
16 augustus. Alle klokken. moeten worden ingeleverd voor ver­vaardiging van geschut. Alle metaal, koperwerk en goederen zoals linnen en lijnwaad moeten door de kosters- en dekens der gilden worden overgedragen aan het stadsbestuur om kruit en lood te kunnen kopen.
13 november. De overheid Iaat alle huizen buiten de stadsmuren slopen, opdat de Spaanse soldaten zich daar niet achter kunnen dekken. De bewoners moeten zelf meehelpen. Niet afgebroken huizen worden binnen een dag in brand gestoken.
Alle kloosterlingen zijn uit Gouda vertrokken en de kloosters opgeheven.
1574 5 februari. Een aantal door de Prins afgezette vroedschapsleden tracht door verraad met medewerking van 600 Spaanse soldaten, die via de Vlamingspoort zouden binnenvallen, Gouda weer in handen van Spanje te brengen. De poging mislukt.
12 februari. De vroedschap eist van priesters en monniken de eed van trouw, om te voorkomen dat de stad door verraad weer in handen der Spaansgezinden zou vallen.
20 februari. Enige samenzweerders worden onthoofd en de hoofden op een staak boven het kasteel uitgestoken.
De hervormden vragen de Synode een tweede predikant te mogen benoemen.
Prins Willem van Oranje verzoekt Gouda schriftelijk zo spoedig mogelijk een grote hoeveelheid koren naar Leiden te sturen, we­gens een mogelijke belegering. Op dezelfde dag echter begint Leidens beleg door de Spaanse bevelhebber De Valdez, zodat het graan wel niet op tijd zal zijn aangekomen.
Leproosmeesters krijgen opdracht hun verpleeghuis aan de Laza­ruskade af te breken in verband met de inundatie voor het beleg van Leiden. De patiënten worden tijdelijk ondergebracht in het Magdalenaconvent. Omstreeks 1580 verhuizen zij naar het leprooshuis aan de Hoge Gouwe.
6 oktober. De Prins is te Gouda persoonlijk getuige van het ver­trek van een vloot scheepjes met levensmiddelen ter redding van de stad Leiden. Admiraal Boisot verleent hulp met honderden geuzen uit Zeeland.
Spaanse troepen trekken op van Leiden naar Gouda. In opdracht van de Prins worden dijken doorgestoken. Dit leidt tot een kri­tieke toestand in Gouda. Rondom water. De Hollandsche IJssel wordt door Spanjaarden gecontroleerd. Honger in de stad. Prins Willem schrijft vanuit Rotterdam een brief aan Gouda, waarin hij de stad maant haar deel bij te dragen aan de troepen.
Gouda doet na het ontzet van Leiden vergeefse pogingen een uni­versiteit te krijgen.
1575 Aanleg van het bolwerk buiten de Potterspoort ter verdediging  van de stad.
Bouw van de Tiendewegspoort, die ook dienst deed als gevange­nis. Het volk sprak van de Warmoespot.
Wegens hulp aan Schoonhoven tijdens het beleg worden 42 ter hulp gezonden Goudse soldaten door de Spanjaarden rug-aan-rug gebonden in de Lek verdronken. 
1576 Op aandringen van de Prins van Oranje wordt een bredere Malle­gatsluis gebouwd. Aanleiding hiertoe is het beleg van Leiden en de ervaring met slechte toevoerwegen per oorlogsschip naar dit gebied.
Gouda dringt te Breda aan op het sluiten van vrede met Filips Il, mits vrijheid en vrijdom van geloof wordt toegestaan.
Afbraak van het Minderbroedersklooster aan de Spieringstraat.
21 november. Claus Jansz meldt bij de stadspoort dat de Span­jaarden vertrokken zijn. (Na het opbreken van het beleg van Lei­den hadden Spaanse troepen Gouda grotendeels ingesloten). Feestvreugde: vier mannen spelen op schalmeien vanaf het stad­huisbordes.
29 november. Verkocht: de gastkamer van het Minderbroeders­klooster aan Pieter Meesz., rietdekker voor f 152,- en het ge­bouw van de reguliere monniken aan J.A. de Vrije voor f 142,-.  
1577 5 februari. Verkoop van de St.-Anthoniekapel aan de Kleiweg aan  Cornelis Jaspersz van Leijden voor f 345,-.
23 mei. De Staten van Holland besluiten dat de stedelijke regerin­gen het recht hebben de kloosters met alle goederen te seculariseren.
Op dezelfde datum worden aan Cornelis Jaspersz. van Leijden verkocht de gebouwen van het Minderbroedersconvent voor f· 400,- en de Noodgodskapel voor f 264,-. Dirk Pietersz. koopt de Remigiuskapel aan de Lage Gouwe bij de Turfmarkt voor f 51,-.
30 juni. Na de Pacificatie van Gent neemt de vroedschap het be­sluit het kasteel te slopen. Dit gebeurt in hoofdzaak door de be­volking. Alleen de Chartertoren, bewaarplaats van landscharters en archieven, blijft behouden tot 1808.

Dirk Volkertsz. Coorn­hert. Gravure van H. Goltzius (1590). In de St.-Janskerk ligt bij glas I zijn grafsteen, waarop het grafdicht van zijn vriend Hen­drik Laurensz. Spiegel: Hier rust Wiens lust En vreugd Was deugd En ’t waar Hoe swaar ’t Ook viel Noch sticht Zijn dicht Geschrijf Maar ’t lijf Hier bleeft God heeft De ziel.

1578 Afbraak van de Noodgodskapel aan de Westhaven/hoek Korte Noodgodsstraat.
1579 De Haastrechtse brug te Stolwijkersluis weer in gebruik genomen. Gouda kant zich aanvankelijk tegen de “Unie van Utrecht”.
Het Cellebroedersklooster aan de Groeneweg (later werkinrich­ting en Huize “Groeneweg”) wordt in gebruik genomen als Grote of Generaele School, voorloper van het Gymnasium.
De erven van het Mariaklooster aan het Nonnenwater worden in­gericht als leprozen- of Lazarushuis.
31 juli. De vroedschap verklaart dat de turfnering het hoofdbe­staan van de stad is.
1580 Als gevolg van de 80-jarige oorlog telt Gouda nog slechts 120 bierbrouwerijen.
Afbraak van het klooster van de Reguliere Kanunniken van het Kapittel van Sion (Regulierenhof), waar ze zich sedert 15 51 op de Raam gevestigd hadden. De zeven glasvensters worden in dit jaar en mogelijk ook nog in 1581 overgeplaatst naar de St.-Janskerk.
Ze stellen het lijden, de opstanding, de hemelvaart van Christus en de uitstorting van de Heilige Geest voor. De glazenier is onbekend, mogelijk een leerling van Dirk Crabeth of hijzelf.
Schenker: Dirk Cornelisz. Reinegom. Ze waren oorspronkelijk bestemd voor het klooster Emmaus in het Land van Stein, maar dat was afgebrand, voordat ze geplaatst konden worden. In 1934 zijn ze in de Van der Vormkapel geplaatst.
Afbraak van het Brigittenklooster aan de Raam tegenover de Lange Willemsteeg.
Verkocht worden: de kerk van de Regulieren aan Pieter Jacobsz., metselaar voor f 220,- en de schuur van de Regulieren aan Dirck Jansz. Loncq voor f 116,-. 
1581 De Staten van Holland treden in de grafelijke rechten.
Het klooster Maria Sterre wordt afgebroken. Het lag op het terrein Gouwe-Nonnenwater-Verlorenkost, later het terrein van het voormalige Gemeentelijk Energiebedrijf.
3 november. De kerk van de Nonnen op de Hoge Gouwe wordt voor f 760,- verkocht aan Maarten Gerritsz. Verdaek.
8 november. Het St.-Barbaraklooster aan de Kuiperstraat wordt voor f 164,- gekocht door mr. Aelbrecht Reijniersz. Cloeck en daarna gesloopt. De toren, die de “malle toren” werd genoemd, omdat de klokken maar één wijzer hadden, blijft staan. 
1582 Op een voorstel van de vroedschap aan de burgemeesters wordt besloten voor de veiligheid van de stad de aarden wal achter het kasteel op te hogen. Deze hoek krijgt de naam “De Punt”. De buitenkant wordt met een stevige muur bewald en aan de zijkant een brede kade aan de IJssel, de Nieuwe Veerstal, aangelegd. 
1583 Gouda maakt bezwaar tegen de nadere “Unie van Holland, Zee­land en Utrecht”.
Mr. Franchois Vranck, 28 jaar oud, wordt voor een periode van zes jaar pensionaris van Gouda. In 1592 wordt hij lid van de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Holland en Zeeland.
Overlijden van mr. Jan Jacobsz. van Rosendael, ten tijde van de overgang van Gouda naar de prins van Oranje burgemeester van de stad. Hij heeft de zaak van de opstand tegen Spanje veel diensten bewezen. 
1584 Een rekening uit dit jaar meldt:
,,Thes. Rekening 1584 Reisen.
Betaelt Hermanus Herberts, predicant in voldoeninghe van ge­lijcke somme bij hem gedraghen utsaecke dat hij eens tot Vianen ende eens tot Utrecht, deur last van de Burgemrn. geweest is omme aldaer Petrus Dathenus over te brengen, ende te leveren zekere getuyghenisse hem bij de Burgemrn ’t zijnder ontschul­dinghe, de somma van VII gl. XIII. VIII.”
De ruïne van het St.-Margarethaklooster aan de Spieringstraat, dat door soldaten van Lumey in 1572 in brand werd gestoken, wordt voor f 153,- verkocht aan de heer Moel.
1585 Oudste gedrukte plattegrond van Gouda. Hij is opgenomen in het in 1588 in Keulen verschenen stedenboek “Civitates orbis terra­rum”. De tekst is van G. Braun, de illustratie van F. Hogenberg. Men veronderstelt dat Wouter Crabeth de plattegrond heeft opge­meten en getekend.
Over het Moordrechtsche Verlaat ligt al een brug, later de verbin­ding tussen Wachtelstraat en Prins Hendrikstraat.
Er mag langs de singels weer worden gebouwd. In 1573 waren de huizen uit veiligheidsoverwegingen gesloopt.
Na de val van Antwerpen vestigen zich veel tapijt- en gobelin­wevers uit Oudenaarde en omgeving in Gouda. De eerste is Joris de Potter.
Sloop van de O.L. Vrouwekapel op de hoek van de Nieuwehaven en de Vrouwesteeg. In deze kapel werd in 1572 de eerste protes­tantse eredienst gehouden. 
1586 “Het gerecht ofte galch, overzij sackende ende seer ontrampo­neert (vervallen) moet noodsaeckelijck herstelt worden”.
Het galgeveld bevond zich tussen Moordrecht en Gouda; de plaats is niet meer aanwijsbaar.
26 april. Gouda krijgt vergunning stadssoldaten, zgn. waardgel­ders, in dienst te nemen.
2 december. Vanaf de pui van het stadhuis wordt een ordonnan­tie voorgelezen met betrekking tot de nieuwe armenzorg. Voor dit doel wordt de Aalmoezenierskamer gesticht.
1588 Maart. Gouda ontwerpt een volledig vredestractaat van 30 artike­len, dat aan Parma zou kunnen worden voorgelegd, maar de meerderheid der Staten wil niets weten van onderhandelingen.
Dirk Volkertsz. Coornhert vestigt zich te Gouda in het huis ,,In den Braesem” aan de Oosthaven.
20 juni. Een bijzondere aankondiging vermeldt dat er die dag zich geen zieken bevinden in het Catharijne-Gasthuis, het Oude­vrouwenhuis en het Pesthuis.
Bouw van de zuilengalerijen (visbanken) aan de Hoge en de Lage Gouwe.
De ambachten Zuid-Waddinxveen, Broek, Thuil, ’t Weegje en Broekhuizen sluiten een bemalingsovereenkomst.  
1589 De zakken- en turfdragers krijgen hun gildebrief.
Overlijden van Wouter Pietersz. Crabeth.
Goudà neemt honderd waardgelders in dienst.
De stad richt een maaltijd aan tijdens het regelen van een kwestie met Amsterdam, waarbij o.m. honderd pond rundvlees wordt ge­nuttigd. Graaf Willem Lodewijk (,,Us Heit”), stadhouder van Friesland, is een der gasten.  
1590 17 april. Er wordt een begin gemaakt met de sloop van de Magda­lenakerk op het latere Kazemeplein/Veemarktterrein.
De hoge overheid maant het stadsbestuur ernstig de verboden roomse eredienst te beletten en verwijt het niet genoeg toezicht te houden. Deze vermaning wordt herhaald in 1594, 1596 en 1602.
29 oktober. Dirk Volkertsz. Coornhert overleden. Hij wordt be­graven in de St.-Janskerk tussen schip en koor. De grafzerk met het grafschrift van zijn vriend, de dichter H.L. Spieghel, is nog aanwezig en ligt nu bij glas 1.  
1592 Aanleg van de St.-Anthoniestraat na afbraak van het St.-Antho­nie-gasthuis.
Op de grond van het door de Watergeuzen verbrande St. Cathari­naklooster worden Korte en Lange Geuzenstraat aangelegd.
31 oktober. Er wordt een wettelijke regeling (keur) getroffen voor lontspinners.  
1593 De verhoging van het middenschip van de St.-Janskerk is voltooid.
In dit en het volgende jaar plaatsing in de St.-Janskerk van de der­tien glazen met het wapen van Gouda. Glazeniers: Jacob Corne­lisz. Caen, Jasper Gielisz., Cornelis Leunisz. en (glas 40) Adriaen Gerritsz. de Vrije, allen te Gouda.  
1594 In de St.-Janskerk wordt glas 4 geplaatst: De wapens van de  hoogheemraden van Rijnland. Glazenier: Adriaen Gerritsz. de Vrije; schenker: het Hoogheemraadschap van Rijnland.
De Staten van Holland dringen bij het stadsbestuur aan op hand­having van de plakkaten tegen de rooms-katholieke kerk. Een deurwaarder van het Hof van Holland komt naar Gouda om een plakkaat tegen samenkomsten van de roomsen af te kondigen. De burgemeesters weigeren, want men was met Den Haag overeenge­komen, ,,dat nyemandt in de vrijheydt sijnder conscientie soude worden beswaerdt”. 
De Librije krijgt waarschijnlijk dit jaar de eerste aanwinst uit de kloosterbibliotheken.
Aanleg van het Goudsche Rijpad en de Middelburgseweg voor rekening van de stad Gouda.
1595 Gregorius Cool, beeldhouwer, vestigt zich vanuit Freiberg (Duits­land) in Gouda. Later wordt hij de beeldhouwer van o.m. het Lazaruspoortje, het stadhuisbordes en de steen in de gevel van de Loyhalle. Overleden 1629.
De Goudse gebroeders De Houtman maken de “eerste Schipvaert” naar Oost-Indië.
1596 De schout van Gouda krijgt een aanschrijving tot strenger toe­zicht op de handhaving van de plakkaten tegen de rooms-katho­lieke kerk, ,, … also den vijandt bekend is, dat binnen Haerlem ende der Goude het minste belet daertegen wordt gedaen door kleijne toesichte, die daertegen schijnt genomen te worden … ”
In de St. -Janskerk worden twee glazen geplaatst:
glas 1: De vrijheid van consciëntie. Glazenier: Adriaen Gerritsz. de Vrije naar een tekening van Joachim Wtewael; schenkers: de Staten van Holland.
glas 29: De Christelijke Ridder. Glazenier: Adriaen Gerritsz. de Vrije; schenkers: de Steden van Hollands Noorderkwartier.  
1597 Plaatsing van drie glazen in de St.-Janskerk:
glas 2: Inneming van Damiate. Glazenier: Willem Thybaut van Haarlem; schenker: de Stad Haarlem.
glas 3: De maagd van Dordrecht. Glazenier: Gerrit Gerritsz. Cuyp te Dordrecht; schenker: de Stad Dordrecht.
glas 27: De Farizeeër en de Tollenaar. Glazenier: Cornelis Kus­sens, Haarlem naar een tekening van Hendrick de Keyser, Amster­dam; schenker: ·de Stad Amsterdam.
Stadsrekening 1597 fol. 186v:
“Dirck pietersz. deser stede baillu, betaelt 2 gl. 8 st. van oncosten die hij gedaen heeft om uijt deser stede te brengen eenen Mari­cken Cornelisd. die berucht was te wesen een tovenaerster.”
De Aalmoezeniers krijgen de beschikking over het Molckenhuus, de melkerij van het voormalige Collatiebroedersconvent in de Patersteeg; zij plaatsen er weefgetouwen in.
12 februari. Dr. Boudewijn Ronsse overlijdt op 72-jarige leeftijd.  
1598 Overeenkomst tussen Gouda, Dordrecht en Haarlem om door de tweede Mallegatsluis grotere schepen door te laten, nadat deze 36  uren op schutting hadden gewacht en Gouda ,,armen-consent geld”hadden betaald.
Apotheker Banninck doet de eerste leveranties aan het Catharina­ Gasthuis.
1599 De Aalmoezeniers krijgen beschikking over enkele percelen en de  terreinen van het voormalige St.-Margarethaklooster aan de Pater­steeg, ,,Het verbrande Erf’. Later wordt hierop het Wees- en Aal­moezeniersweeshuis gebouwd.
Cornelis Ketel schildert het “Korporaalschap van Jan van Reyne­gom”. Het schilderij bevindt zich in het Stedelijk Museum.
Cornelis de Houtman wordt tijdens een informatiereis in Atjeh vermoord, zijn broeder Frederik gevangen genomen. 

Cornelis de Houtman (1565-1599), “in­boorling” van Gouda, zoals vermeld op het aan Cornelis en Frederik gewijde monument in het naar hen genoemde plantsoen. – Naar een sapverftekening in het Stedelijk Museum “Het Cathari­na-Gasthuis” te Gouda.