Tweede verzameling bijdragen

N.V. Drukkerij v/h Koch 8 Knuttel – Gouda

Digitaal ontsloten door Nico J. Boerboom in 2020

De eerste druk van deze Tweede Verzameling verscheen in 1940 in de oplage van 300 exemplaren. De tweede druk verscheen in 1946 in de oplage van 500 exemplaren.

(klik op het onderwerp in de inhoudsopgave. De verenigingsinformatie staat op deze pagina en de artikelen zullen u gepresenteerd worden als een PDF document)

INHOUD:

WOORD VOORAF:
Van de geschiedenis, van hare bestudeering en van de geschiedkundigen
is veel goeds en veel kwaads gezegd.
Een Fransch auteur heeft in een booze bui de geschiedenis eens genoemd “die geëxalteerde en leugenachtige oude dame” en vóór hem had Voltaire al geschreven, dat, wie zich aanhoudend met historische studiën bezig. houdt, niet meer bekwaam is om met ware vreugde het leven -aan te zien.
Dat hiermede het eindoordeel niet gesproken werd, is duidelijk, want kan men niet met evenveel recht zeggen, dat de geschiedenis aan hem, die de moeite wil nemen haar te bestudeeren, het voorrecht geeft van de ervaring des ouderdoms, doch zonder diens zwakheden of gebreken?
En is het ook niet zoo, dat juist het beste, dat wij van de geschiedenis hebben, de geestdrift is – eigenschap der jeugd – welke zij wekt?
Men behoeft in den kring van ” die Goude” slechts rond te kijken, om deze stelling bevestigd te zien en te ontwaren, dat het geen oude, ingeslapen figuren onzer Goudsche samenleving zijn, welke zich op het terrein der stedelijke geschiedvorsching bewegen en daar hun sporen hebben behaald.
Gouda is, als ik het wel zie, niet een heroïsche stad te noemen.
Belegeringen bleven haar gespaard, grootsche volksbewegingen vonden hier hun weerslag, niet hun oorsprong. Maar onze archieven bevatten – en de verzamelde ·bijdragen van ,,die Goude” leggen daarvan getuigenis af – veel van het leven onzer voorouders, dat waard is in herinnering te blijven, omdat het tot voorbeeld en leering voor het heden kan strekken en tot waarschuwing voor de toekomst.
Wanneer wij waarnemen, hoe het beeld onzer stad in de 19e en 20e eeuw gedachteloos verminkt werd en het nieuwe, dat in de plaats van het oude kwam, vaak de brutale triomf van het leelijke schijnt te willen verbeelden, dan zien wij als een der oorzaken hiervan, het zich los maken van het verleden en h et niet meer oog hebben voor de zorg, waarmede vorige geslachten onze stad hebben opgebouwd.
Zullen zij, die de geschiedenis onzer stad bestudeeren en de charme van het door den tijd getinte oude waardeeren, de verjonging onzer stad willen tegengaan? Zij zouden, dunkt mij, slechte historici zijn, wanneer zij den loop der geschiedenis zouden meenen te mogen stuiten, maar wel zullen zij in onze menschelijke samenleving in onze cultureele instellingen en in onzen stedebouw ervoor willen waken, dat het meest waardevolle oude behouden wordt, dat de vernieuwing. wanneer deze gewenscht is, ook eene evolutie is, en dat het nieuwe zich harmonisch aan het bestaande rijt.
Zoo gezien, kunnen wij van de beoefenaren der stedelijke geschiedenis, hetzij deze in boeken aangeteekend is, hetzij belichaamd werd in gewoonten, instellingen en gedenkteekenen, zeggen. dat zij, door ons het product hunner studies voor te leggen. ook aan de toekomst onzer stad bouwen.
Ik wensch “die Goude” met dezen tweeden bundel geluk. Enkele jaren scheiden hem van zijn voorganger, jaren die over doornen gingen en gaan, terwijl de sterren nog ongrijpbaar ver lijken. Maar wie in de geschiedenis heeft gevorscht, weet, dat op neergang en stilstand nieuwe bloei volgt wanneer wij door het verleden gesterkt en niet bezwaard dien nieuwen bloei helpen voorbereiden.
                                                     De Burgemeester van Gouda ,
                                                                         JAMES.

TER INLEIDING
DER TWEEDE VERZAMELING BIJDRAGEN
Reeds lang was de veree111gmg voornemens een Tweede Verzameling bijdragen het licht te doen zien, doch het geld voor een dergelijke uitgave was niet aanwezig. Eerst in 1939 beschikte de vereeniging over voldoende fondsen om eindelijk haar ideaal te kunnen verwezenlijken.
Tengevolge der mobilisatie moesten onze voorzitter de Heer Dr. Mr. J. Smit, en twee leden der redactie-commissie, de Heeren Dr. A. Scheygrond en G. C. Helbers hun militairen plicht vervullen en konden dus tot hun spijt hun medewerking niet verleenen.
Daarop nam het bestuur tijdelijk, samen met den Heer J. H. Cadier, reeds lid der redactie-commissie, de voorbereiding . der uitgave op zich.
En nu, nog in den aanvang van 1940 verschijnt deze Tweede Verzameling bijdragen, verlucht met eenige afbeeldingen en aangevuld met kleine archief-sprokkelingen.

De tijdelijke Redactie-Commissie,
P. D. MUYLWIJK
J. H. CARLIER
P. VAN BALEN
D. A. GOEDEWAAGEN
Dr. Ir. G. A. C. BLOK
A. R. VAN DE PUTTE                                              Januari 1940

BESTUUR EN COMMISSIES
Mr. K. F. 0. James, Eere-Voorzitter.
Dr. Mr. J. Smit, Voorzitter.
P. van Balen, Secretaris.
D. A. Goedewaagen, Penningmeester
A. R. van de Putte, 2e voorzitter.
P. D. Muylwijk, 2e Secretaris.
J. F. van de Pol.
Dr. Ir. G. A. C. Blok.
REDACTIE-COMMISSIE
Dr. A. Scheygrond.
J. H. Cadier.
G. C. Helbers.
P. van Balen.
FOTO-COMMISSIE
A. R. van de Putte.
Dr. A. Scheygrond.
J. H. Carlier.

LEDENLIJST
G. W. Aberson, Gouda.
C. Baars, Gouda.
P. v. Balen, Gouda.
P. Barentsen. Gouda.
Care] J. A. Begeer, Voorschoten.
L. E. Bicknese, Gouda.
A. P. Blok, ‘s-Gravenhage.
Mej. A. W. Blok, Rotterdam.
Dr. Ir. G. A. C. Blok, ‘s-Gravenhage.
J. Bokhoven, Gouda.
Deken J. F. A. Bots, Gouda.
D. M. v. Buuren, Brussel.
J. Buwalda, Reeuwijk.
J. H. Carlier, Gouda.
J. P. A. v. Catz, Gouda.
A. C. Koster, Gouda.
A. C. Cosijn Jr., Gouda.
Mevr. M. L. J. Dercksen-Risseeuw, Gouda.
A. Dortland Az., Gouda.
Dr. P. J. T. Endenburg, Scheidam.
Mej. E. Frets, Gouda.
Pastoor G. P. Giskes, Gouda.
A. Goedewaagen, Gouda.
D. A. Goedewaagen, Gouda.
Dr. M. A. J. Goedewaagen, Groningen.
Mej. N. Goedewaagen, Gouda.
W. Goedewaagen. Gouda.
Dr. J. B. F. v. Gils. ‘s-Gravenhage.
H. de Groot, Gouda.
B. D. Grootendorst, Gouda·.
C. H. Hagedorn, Gouda.
Mej. Dr. M. A. C. M. v. Hattum, Gouda.
G. C. Helbers, Overschie.
Dr. P,. Herfst, Hengelo.
Mej. C. Hoogendijk, Rotterdam.
F. Hoogendijk, Wassenaar.
Ir. W. J. Huisman, Gouda.
J. L. Hulleman, Gouda.
Dr. Mr. K. F. 0. James, Gouda.
Prof. Dr. P. Kamphuizen, Nijmegen.
R. J. Kolijn, Gouda.
Mevr. N. Koning-Bonte, Winschoten.
H. Kool, Gouda.
Mevr. Dr. J. M. Kooy. Utrecht.
S. H. v. cl. Kraats, Gouda.
J. ,·. Kranenburg . Gouda.
Mr. H. v. Krimpen, Amsterdam.
Dr. L. W. A. M. Lasonder, ‘s-Gravenhage.
Dr. A. A. W. M. Lievegoed.
W . Maree, Gouda.
W. J. F. v. cl. Meer, Amsterdam.
Dr. A Montagne, Gouda.
Ir. P. M. Montijn, ·s-Gravenhage.
P. D. Muylwijk, Gouda.
G. W. Nagtglas Boot, Gouda.
D. G. Nederhorst, Gouda.
G. A. W. J. 0. E. Paris, Gouda.
K. Petit, Gouda.
E. A. Polet. Gouda.
J. F. v. d. Pol, Gouda.
W . J. v. d. Pool, Voorburg.
A. R. v. d. Putte, Gouda.
L. Quant, Gouda.
P . Rond Pz., Gouda.
C. J. de Ruwe, Gouda.
Mr. A. A. J. Rijksen, Gouda.
M. C. Samson, Rotterdam.
J. Schat, Gouda.
Dr. A. Scheygrond, Gouda.
Dr. Mr. J. Smit, Gouda.
Mr. S. H. Smit. Gouda.
Ir. L. Sollewijn Gelpke, Gouda .
J. H. Scboorel, Gou.da.
C. A . M. Spruyt, Gouda.
Mevr. J. H. v. d. Torren, Gouda.
K. v. d. Torren, Gouda.
W. Veerman, Gouda.
L. Verjaal, Gouda.
A. P. Vermey, Gouda.
Mej. A. J. Verwaal, Gouda.
Dr. H. Vixseboxse, Gouda.
W. v. Vliet, Scheveningen.
Dr. N. J. J. de: Voogd, Gouda.
Prof. Dr. C. G. N. de: Vooys, Utrecht.
P. C. de Vooys, Gouda.
J. H. de: Wilde, Gouda.
G. J. v. Willigen, Gouda.
Dr. J. v. Woerden, Gouda.
H. v. Zanen Muller, Gouda.
P. J. Zonruiter, Gouda.
Dr. W. Zuydam, Gouda.
G. J. v.d. Zwart, Gouda.

Het aantal leden van “Die Goude” bedroeg op 1 Nov. 1946: 730.

SLOTWOORD
Wij willen deze Bijdrage eindigen met een spreuk, die we op het Merkenbord van het pijpmakersgilde in het museum ,,de Moriaan” uit 1776 vinden. In pat jaar brak de Amerikaansche Vrijheidsoorlog uit en ook toen waren het ernstige tijden.
Om die reden lieten Dekenen en Overluiden van het pijpmakersgilde onder dit bord in het latijn schilderen:
.,Heer, geef ons vrede in onze dagen”.
Deze woorden zijn ook ons als uit het hart gegrepen en wij willen ook daarom besluiten met:
DA PACEM DOMINE IN DIEBUS NOSTRIS.